Skip to main content

Achter de reclameborden is een kroniek van niet alledaagse gebeurtenissen rondom het sportveld. Opmerkelijke en minder opmerkelijke zaken passeren hierin de revue.

Clublied (1): dialect

Ons clublied bestaat in het najaar 40 jaar. Voor de nieuwe Presentatiegids heb ik daarom een artikel geschreven over ‘Onze Glorie Onze Blauwen’. In de vroege herfst van 1985, na alle kampioenschappen en de bekerwinst die in mei en juni van dat jaar werden behaald, werd er een koor geformeerd om het nieuwe clublied in te zingen voor de opname van een heuse single. Huib van Dijk, (zwarte) Wim de Graaf en Arend Dop waren 3 van de koorleden. Zij hebben mij heel veel bruikbare informatie gegeven. Dank daarvoor heren! Ook kreeg ik een mooie tip van Sjaak Nel. Hij liet mij weten dat in het jubileumboek ’60 jaar SV Spakenburg’ een artikel stond over het clublied. Bovendien had Kees Duijst, destijds sportverslaggever van De Bunschoter en vanuit die hoedanigheid aanwezig bij de opnamen, ook nog wel wat feiten paraat.

Uiteraard ga ik in deze column nog niets prijsgeven over de inhoud van het artikel in de Presentatiegids. Maar vanwege de beperkingen van papier, een paginagroot artikel mag maximaal uit 3200 tekens bestaan, kon ik helaas niet alles benoemen. Zoals de overeenkomst in uiterlijk, zo zag ik op de foto’s die ik van Huib van Dijk ontving, van koorlid Jan Sieuwert Nel met de gitarist van Queen; Brian May. Of het verdrietige feit dat 2 koorleden, (rooie) Dirk de Jong en Henk Heinen, inmiddels overleden zijn. En ook het vraagstuk of Piet Duijst nou wel of niet deel uitmaakte van het koor kon ik niet verder uitdiepen.

Het leukste feit dat ik niet benoemd heb in het artikel, gaat over het Spakenburgs dialect. De al jaren in Hilversum woonachtige Blauwe supporter en ex-beroepszanger Dick de Jong, zag tijdens de opnamen dat het crescendo ging met het koor. Timing, ritme en toonhoogte, het was allemaal picobello in orde. Over de uitspraak, de articulatie, was hij echter veel minder te spreken. De nogal harde en herkenbare ‘a’ en ‘o’ voerden in zijn oren de ongewenste boventoon. En dat was niet hoe de import-Hilversummer het wilde hebben. Algemeen Beschaafd Nederlands was voor hem een must en daarom ging hij met het koor op zoek naar een zachte ‘a’ en een ronde ‘o’. Maar na de zoveelste nieuwe zangronde kwam hij, de man die verantwoordelijk was voor de melodie van ons clublied, tot het onvermijdelijke inzicht dat de robuuste ‘a’ en de platte ‘o’ onderdeel uitmaakten van het dna van het Spakenburgse koor. Let er maar eens op als je binnenkort het clublied weer over ons sportpark hoort galmen. En als het je niet direct opvalt dan zijn Arend, (zwarte) Wim of Huib waarschijnlijk wel bereid om het nog eens persoonlijk, en goed gearticuleerd, voor je te zingen.

Clublied (2): B-kant

ODE AAN SV SPAKENBURG

“Voor Spakenburg klinkt dit huldelied Een ode aan de bal Die rolt al meer dan 50 jaar Daar op dat stukje land Dat eens de zee ontrukt werd Door velen handen werk Leeft daarom voort in menig hart Dat fris blauwwit zo sterk

Geboren aan haven of aan wal Waar nu het Eemmeer vloeit Is eens ons aller Spakenburg In vriendschap opgebloeid

Een ode aan hen allen Die door hun durf en pit De basis legden voor succes van ons gevierd blauwwit

En stak er soms een stormwind op dan werd met vaste hand het schip langs bank en rif geloosd naar veilig waterkant met visserslef in de aderen en polderkracht in het bloed floreert ons fiere Spakenburg zolang al echt en goed mocht Spakenburg, blauwwit SVS nog maar heel lang bestaan met fris elan in sport en spel nog vele jaren gaan en mocht die tijd dan blijken een bron voor nieuwe kracht dan hebben wij ons Spakenburg deze ode graag gebracht.”

Nee, dit is niet de nieuwe meezinger van onze oud-voorzitter Willem de Graaf. Het is de B-kant van de single van ons clublied. Het clublied van Spakenburg werd, ondanks dat de cd al een aantal jaren eerder z’n intrede had gedaan, nog geperst op vinyl. En ja, dan heb je de gelegenheid om behalve de A-kant ook een B-kant op te nemen. Die kans grepen zanger Dick de Jong en tekstschrijver Jan Chris Koelewijn met beide handen aan en produceerden, zonder het Blauwe koor, de ballad ‘Ode aan Spakenburg’.

De tekst van de B-kant is, vriendelijk uitgedrukt, nogal ouderwets. Het muzikale arrangement is overigens nog taaier. Neemt niet weg dat het opvallend en leuk is dat bepaalde woorden en zinsneden van deze B-kant terug te vinden zijn in ons clublied. De zin ’Met visserslef in de aderen en polderkracht in het bloed’ is direct afgeleid van het ons zo bekende ‘Diep geworteld in het oude vissersbloed en de kracht van het polderland’. En woorden als fier, spel, sport, vriendschap, haven en pit vind je letterlijk terug in Onze Glorie Onze Blauwen.

Wat mij betreft mis je weinig als je deze Ode aan SV Spakenburg niet beluisterd. Het is niet voor niets een B-kant. Maar als je de verleiding niet kunt weerstaan en dit stukje audiogeschiedenis van onze club toch wilt draaien, dan zal het geen verassing voor je zijn: de ‘a’ en ‘o’ zijn met een Algemeen Beschaafd Nederlandse tongval gezongen.

Hille Beekhuis

SC Elim

De week voor Pinksteren mocht ik samen met mijn eega twee nachten bivakkeren in een B&B in Holthone. Waar? Hoor ik jullie al zeggen. Nou, in Holthone en dat is een gehucht met welgeteld 87 inwoners gesitueerd tussen Hardenberg en Coevorden. Daarnaast maakt deze nederzetting onderdeel uit van de wereldberoemde wandelroute het Pieterpad. Op weg naar ons tweede verblijf, iets over de grens in Duitsland, besloot ik een kleine, nostalgische omweg te maken via het dorpje Elim. SC Elim, dames en heren, speelde eind jaren 80 begin jaren 90 op het allerhoogste amateurniveau en ja, zij waren een aantal seizoenen bij Spakenburg ingedeeld. Sterker nog, zij waren eigenhandig en wellicht onbedoeld scherprechter in de titelstrijd seizoen 1990-1991. Op de voorlaatste speeldag kwam Elim naar Spakenburg en bij winst zouden de Blauwen kampioen zijn. Ondanks het gigantisch overwicht en een karrenvracht aan kansen, bleef de teller op 1-1 steken. Een week later werd er kansloos met liefst 6-0 verloren bij GVVV waardoor een barrage tussen het zojuist genoemde GVVV en plaatsgenoot DOVO eraan te pas moest komen wie er zich tot kampioen mocht kronen.

Met die kennis stapte ik in de auto om de liefst 11 kilometer tussen Holthone en Elim te overbruggen. Wat ik daar aantrof was een trip down to Memory Lane. Voor alle duidelijkheid, ik heb daar welgeteld één wedstijd gespeeld en dat moet ergens februari 1989 zijn geweest. De parkeerplaats en entree, daar was niets aan veranderd. Het hoofdveld echter is verplaatst. Dat veld is ver naar achteren verhuisd maar is daar zeker niet op achteruit gegaan. Het veld, met werkelijk waar een maximale afmeting, is niet van plastic maar 100% natuurgras en lag er bij gelijk een biljartlaken. Ik raakte aan de praat met één van de (vele) vrijwilligers die er, mijns inziens, iedere dag lopen. Daarin verschilt Elim niet veel van ons SV Spakenburg. Toen ik zei dat ik afkomstig was uit Spakenburg en daar bij Elim een keer had gespeeld, was het ijs direct gebroken. Ik kreeg het idee dat zij daar hoog bezoek kregen want met het antwoord op de vraag met wat voor budget wij op dit moment werkten, kreeg de bewuste vrijwilliger nog net geen hartaanval. Elim speelt momenteel namelijk op 3e klasse niveau dus ja, ik begreep die reactie over de begroting wel. De alleraardigste vrijwilliger zei wel: “ik zal je voorstellen aan Bertus, die heeft volgens mij nog tegen Spakenburg gespeeld”. Ergens achterop het terrein kwam een grote, kale kerel mij tegemoet die mij met handen als kolenschoppen begroette: Bertus Benjamins. Na te zijn geïntroduceerd door zijn collega zei hij gelijk dat hij eigenhandig Spakenburg van de titel had afgehouden. Alles stond volgens Bertus, robuuste voorstopper van weleer, al klaar, champagne, bloemen enzovoort. Zelfs een aanbod destijds van Fl. 400,= de man, sloegen de mannen van SC Elim af. Ook Bertus vond het prachtig dat ik een bezoek bracht aan zijn Elim, een klein clubje dat toch maar mooi 3 a 4 jaar op het allerhoogste niveau heeft gespeeld.

Als wij dit in een breder perspectief plaatsen, is het dus niet zo vanzelfsprekend dat wij Blauwen al jaar en dag op het hoogste niveau actief zijn. Daar ligt visie, beleid en financiële ruimte duidelijk aan ten grondslag. Maar zolang wij, naast al deze eigenschappen, vooral bij onszelf blijven, is het een straf om neer te kijken op ploegen zoals Elim of Montfoort of ESA of noem ze allemaal maar op. Nee, in de kern verschillen dit soort verenigingen niet eens zo heel veel van Spakenburg want ook zij zijn een plaats van verbondenheid, van community, van maatschappelijke projecten en initiatieven. Laten wij dit nooit vergeten en voor altijd heel veel nieuwe historie en herinneringen maken. De kunst is dan wel om die te omarmen en te koesteren door ze op te schrijven of ze in een podcast te benoemen

Tijmen Beekhuis