Skip to main content

Achter de reclameborden is een kroniek van niet alledaagse gebeurtenissen rondom het sportveld. Opmerkelijke en minder opmerkelijke zaken passeren hierin de revue.

ALBERT

Ze zijn allebei in november jarig. De ene, Zeger Nieuwboer, is ons oudste lid. Hij is net zo oud als onze club. Een paar weken geleden mocht hij 92 kaarsjes uitblazen. De andere is ons oudste actieve lid. Hij werd begin november 60 jaar.

Toen hij 50 jaar werd, vonden z’n voetbalmaten dat al een mijlpaal. Maar inmiddels hebben ze, wellicht tot hun eigen verbazing, hetzelfde ijkpunt ook al bereikt. Of zijn ze deze zelfs al gepasseerd. Maar dat houdt ze niet tegen, ze gaan gewoon door. Mannen als Niek van Twillert, Jan Zwaan, Stefan Spring in’ t Veld, Silvester Koelewijn en niet te vergeten zijn broer Wouter van Halteren draven elke donderdagavond trouw op om een partijtje te doen op één van de bijvelden. Nee, geen voorbereidingstraining want het voetballen van een competitiewedstrijd laten ze al jaren over aan de jongere garde. Maar lekker een partijtje voetbal in de buitenlucht om fit te blijven? Er is niets mooiers.

En ja, het formaat van het trainingsveldje is in de loop van de jaren geslonken. Hun actieradius is wat kleiner geworden en de kracht in hun schoten is significant afgenomen. Maar het gevoel voor de juiste positie en het kiezen van het juiste moment zijn voetbaleigenschappen die in de loop van de jaren juist enorm verbeterd zijn.

Ooit is hij begonnen als talentvolle junior. Hij doorliep alle Blauwe selectie-elftallen, was op een aantal vergeten zaterdagen invaller bij het eerste en liep vervolgens alle seniorenelftallen af. En toen hij een streep zette onder het competitievoetbal bleef hij trainen. Jaar in, jaar uit. Op donderdagavond. Met z’n maten.

En nu is hij 60 jaar geworden. Hij, evenals Zeger Nieuwboer, wonend tegen ons sportpark aan. Hij, op donderdagavond de primus inter pares op de bijvelden van onze club. Hij, die de grenzen van fitheid oprekt. Hij, die Niek, Jan, Stefan, Silvester, Wouter en al die anderen inspireert en laat beseffen dat 60 het nieuwe 50 is. Hij, Albert van Halteren, de man die bij Spakenburg een nieuwe leeftijdstandaard zet.

KEES

Afgelopen week maakte onze zustervereniging Eemdijk bekend dat hun erelid Kees van de Geest was overleden. Kees was jarenlang trouwe vrijwilliger bij de Groenen. Maar Kees is ook vele seizoenen actief geweest voor onze Blauwe club. Onder andere als scheidsrechter, chauffeur en vlagger. Zoals in het jaar dat ik uitkwam in het 3e elftal van Spakenburg. Toen, begin jaren 90, behaalden we het kampioenschap onder de bezielende leiding van coach wijlen Jaap de Jong. En Kees was onze vaste grensrechter.
Daar stond hij dan langs de zijlijn. In trainingspak met nette schoenen eronder. Het was een koddig gezicht. Maar dat maakte ons niet uit want zo was Kees. Een gezellige kerel met een indrukwekkende baard en een blikken stem. Groot, sterk, met handen als kolenschoppen. Zijn bril accentueerde zijn hondstrouwe ogen, zijn omvang boezemde ontzag in. Zijn eerlijkheid, vriendelijkheid en innemende karakter maakte hem bij iedereen populair. Kees, die vrolijk meelachte in de kleedkamer en tegelijkertijd onopvallend kleine klusjes voor het team opknapte. Kees, die luid juichte bij een goal van ‘zijn 3e‘, maar ook resoluut zijn vlag naar beneden hield als de tegenstander, in onze ogen, een goal scoorde in buitenspelpositie. Met de nadruk op het woord ‘geen’ zei hij vastberaden dat het géén buitenspel was. En daarmee was de discussie gesloten. Want we wisten het: Kees is recht door zee.Kees kon ook prima tegen een plaagstootje. Hij moest het hardst lachen toen coach Jaap vertelde dat hij een nieuw tenue voor Kees had gekocht. Jaap had de onderhandelingen in de sportwinkel geopend met de vraag: ‘ik zoek een trainingspak dat je nog niet aan de straatstenen kwijt kunt’. Op de vraag welke maat hij in gedachten had antwoordde Jaap: ‘ken je Demis Roussos?’ Kees kon zich wel vinden in de vergelijking met de altijd met z’n lichaamsgewicht worstelende volkszanger uit Griekenland. ‘Had ik z’n stem maar’ zei Kees melancholiek.
Na dat kampioensjaar bleef Kees nog enkele jaren vrijwilliger bij onze club. Maar op enig moment verkaste hij naar Eemdijk. Misschien omdat hij op zoek ging naar nieuwe gemoedelijkheid, naar kleinschaligheid. Misschien omdat vrienden en kennissen daar voetbalden. Misschien omdat hij toe was aan een nieuwe omgeving. Als ik destijds dan een keer bij Eemdijk kwam, was er niets veranderd. Kees was bezig, in gesprek, dingen aan het regelen. Precies zoals hij dat jaar in jaar uit bij onze club deed. Gedreven. Vol overgave.Alle activiteiten op het sportpark van Eemdijk waren tot aan de begrafenis van Kees stilgelegd. Een terecht eerbetoon en een indrukwekkend teken van rouw. Zijn naasten zullen hem uiteraard het meeste missen. Maar ook bij Eemdijk laat hij een leegte achter. Ik wens hen allen veel sterkte toe.Rust zacht, beste Kees. Rust zacht.

YOURI

Zijn naam stond voor het eerst weer op het wedstrijdformulier. Youri Koelewijn. Wisselspeler bij Spakenburg voor de bekerwedstrijd tegen Excelsior Rotterdam. Tijdens de wedstrijd zag ik hem warmlopen, maar nog steeds was ik in de veronderstelling dat het niet tot een invalbeurt zou komen. Maar in de 79e minuut was het dan toch zover en verving hij de niet meer okselfrisse Tom Noordhoff. Na een afwezigheid van zo’n 10 maanden, waarin hij de historische bekerwedstrijden miste tegen FC Utrecht en PSV, is hij eindelijk weer terug. En dat is hem uiteraard van harte gegund.
Na afloop van de enerverende bekerwedstrijd sprak ik hem in de kantine. Hij was blij en opgelucht met z’n gemaakte minuten in het eerste elftal van de Blauwen. Vooral ook omdat dit het einde markeerde van een lange, bijna oneindige herstel- en revalidatieperiode.
Youri bevestigde dat hij zich fit en sterk voelde. ‘De belemmering zit nog wel in mijn hoofd’ was zijn eerlijke antwoord op mijn vraag of hij zich ook weer helemaal vrij voelde. Zijn opmerking markeert zoals zo vaak de laatste fase van een blessureperiode. Het slijten van de onzekerheid en het daadwerkelijk loskomen van je blessure duurt meestal langer dan de blessure zelf. Neemt niet weg dat Youri met de minuten die hij tegen Excelsior Rotterdam heeft gemaakt een flinke streep heeft gezet onder een langdurige blessureperiode. Welkom terug Youri!

DANNY

Het was afgelopen zaterdag een prachtig weerzien met al die Blue Legends op ons sportpark. Het zorgde, na de wedstrijd tegen De Treffers, voor een bijzondere ambiance. Bovendien voelde deze reünie, zo vlak voor Kerst, ook heel erg logisch en vanzelfsprekend. Sommige spelers herkende ik meteen zoals Jan Wijbenga, Jan van Leijenhorst, Barry Diteweg, Niels Creutzberg, Robert Verschragen, Maarten Woudenberg en Duncan van Moll. Maar met bijvoorbeeld Huub Verspuij, Eric van de Greft, Pascal Cohen en Jos Bouw moest ik toch wel even wat hulplijnen inschakelen.

Dat was niet het geval toen plotseling Danny van de Meiracker de kantine betrad. Joviaal, opgeruimd en vol zelfvertrouwen kwam hij bij ons aan tafel staan. Hij maakte met Wim Tsopper en Tijmen, bekenden van hem, even een kort dolletje en weg was hij weer, richting andere voetbalvrienden en kennissen.

Mijn eerste reflex was verbazing. Hoe kan het nou dat de spits van concurrent Quick Boys hier op ons eigen feestje rondloopt? Hoe kan het nou dat een speler, die in het shirt van IJsselmeervogels tegen ons Blauwen heeft gescoord, is uitgenodigd? Maar al snel sloeg mijn verbazing om naar instemming. Het is juist krachtig dat onze club over z’n eigen schaduw is heengestapt. En het is gastvrij om spelers die ons Blauwen hier en daar een krasje hebben bezorgd, toch uit te nodigen.

Ik keek nog eens naar Danny, doelpuntenmaker in dienst van Quick Boys. Daar stond hij, ontspannen pratend met fanatieke Blauwe supporters. Waarschijnlijk onmogelijk in het betaalde voetbal, maar in het amateurwereldje geen enkel probleem. En zo hoort het ook.

Overigens hoop ik dat we Danny over een maandje of vijf opnieuw kunnen begroeten. Niet voor een reünie, maar voor een ander feestje. Want hij is ook op onze kampioensreceptie van harte welkom.

Hille Beekhuis

BLUE LEGEND DAY

Het is u vast niet ontgaan dat zaterdag 16 december 2023 in het teken stond van Blue Legend Day. Spelers die in het verleden een rol van betekenis hebben gespeeld voor Spakenburg 1 waren daarvoor uitgenodigd. De één een wat meer bescheidener betekenis dan de ander waarin jaartal of seizoen geen rol speelde waardoor het een bont gezelschap was van allerlei persoonlijkheden en leeftijden.

Nico van Miltenburg bijvoorbeeld, trainer van Spakenburg eind jaren 70 begin jaren 80 was er ook en had de looks van Al Pacino uit de film Scarface. Aangezien ik iets later instroomde vanwege de wedstrijd van O23 schrok ik bij binnenkomst van de hoeveelheid aan oud-spelers in de overvolle sporthalbar. Aangezien ik redelijk nieuwsgierig ben aangelegd, trok ik de stoute schoenen aan en ben ik een rondje gaan maken. Voor zover ik weet heb ik daarbij iedereen een hand gegeven en ze welkom geheten. Dat was al een feest van herkenning op zich want los van het feit dat ik bijvoorbeeld Cor Koenen zelf nooit heb zien spelen, drukte ik hem wel de hand en glom hij van trots dat hij aanwezig mocht zijn. Ook oud-ploeggenoten zoals Dick Morren, Willem van Empelen, Jan Wijbenga, Erik van der Greft, Eric Rozenboom, Arian van de Groep, Jan van Diermen (wit en zwart), Jan van Leijenhorst, Bert Koops, Hugo Bol, Dick Hartog, Stef Hartog, Stef Heinen, Eddy Heinen, Stefan Koelewijn, Sylvester Koelewijn, Niek van Twillert, Arjan Zwaan, Diederik Troostwijk, Theo de Graaf, Ad Beukers, Joop van de Groep, Arjan (Peer) van Diermen en Arjan Holtewes schudde ik de hand. Een geweldig initiatief van Michiel Beukers, Ruben Hartog, Marjo Hartog en Rut Koelewijn. Lou Beukers heeft zich daarbij ook enorm ingespannen om achter contactgegevens van de nodige spelers en trainers te komen. Hulde. Hopelijk krijgt dit initiatief een vervolg zodat het zaadje is geplant voor een heuse traditie.

Dat Spakenburg won van De Treffers en dat het kalenderjaar in feestelijke stemming werd afgesloten deed daar nog eens een schepje bovenop. In de kantine druppelden de spelers na verloop van tijd één voor één binnen en moest ik menigmaal de boys van Vakkie D, en meer blauwe supporters overigens, souffleren dat bijvoorbeeld Huub Verspuij toch echt naast ze stond. Het beste werd echter tot het laatst bewaard want ver na het verstrijken van de wedstrijd liep plots Danny van de Meiracker triomfantelijk de kantine binnen. Nog niet zo lang daarvoor had hij met zijn enige treffer voor Quick Boys de Katwijkers nog in de race gehouden voor de titel al is het gat met Spakenburg maar liefst 8 punten. Prachtig was zijn gebaar door iedereen aan tafel van Vakkie D stevig de hand te schudden alsof hij daarmee zeggen wilde: “Zo, hier ben ik en jullie zijn nog niet van mij af!”

Tijmen Beekhuis