Achter de reclameborden is een kroniek van niet alledaagse gebeurtenissen rondom het sportveld. Opmerkelijke en minder opmerkelijke zaken passeren hierin de revue.
Mopster
Op 20 juli jl. overleed onverwacht, althans voor mij in ieder geval wel, Arian Heinen. Ook wel bekend als Arjan Moppie. “Mopster” (op z’n Amerikaans uitgesproken) zoals ik hem geregeld liefkozend noemde en hij moest daar altijd wel om glimlachen.
Mijn eerste herinneringen aan Arian gaan terug naar de tijd dat ikzelf deel uitmaakte van de A-selectie. Tijdens de trainingen was hij regelmatig op het veld te vinden en was hij supertrots als hij weer eens een bal kon terugschieten tijdens een afrondvorm. Aangezien ikzelf niet bepaald een goalgetter was, had hij alleen aan mij al een behoorlijke taak om al die ballen terug te schieten. In die tijd was Arian nog niet afhankelijk van zijn scootmobiel ook al was hij slecht ter been. Het kwam dan ook zelden voor dat hij de ballen in mijn voeten terugschoot waarop ik hem regelmatig adviseerde, uiteraard met een glimlach, om op een heel ander punt te mikken. Wellicht dat ik de bal dan wel in mijn voeten zou krijgen. Arian kon dat wel waarderen en moest er ook regelmatig smakelijk om lachen.
Vele jaren later, tijdens mijn bardiensten op zaterdagochtend samen met ADR-maatje Hille, was Mopster een vaste gast. Uiteraard namen wij de week even door en blikten wij vooruit op de wedstrijd van Spakenburg die middag want Spakenburg was alles voor Arian. Ik noemde hem geregeld “het medium” omdat hij altijd bloedserieus de eindstand aan mij doorgaf: “ik denk dat het vanmiddag 3-1 wordt”. Opvallend: ook in slechte tijden, soms tegen beter weten in, zette hij Spakenburg steevast op winst. En als ik vroeg waarop hij dat baseerde was standaard zijn antwoord: “Ik voel dat gewoon”. Inderdaad, voor een medium geen speld tussen te krijgen. Misschien dat juist zijn optimisme de supportersvereniging heeft doen besluiten om de bokaal voor de beste speler naar hem te vernoemen: “De Arian Moppie Bokaal”.
Waar hij trouwens een ijzeren geheugen in had, was muziek uit de jaren ‘80 en ‘90. Geregeld pakte hij zijn telefoon, zocht hij Spotify op en liet hij mij een nummer horen waarop ik raden moest wie dat was. Andersom deed ik dat ook en ik verbaasde mij erover, dat hij heel vaak zowel het nummer als artiest goed wist te raden.
Arian kampte met een serieuze aandoening aan de lever wat hem uiteindelijk ook fataal is geworden. Gelukkig heeft hij het prachtige seizoen ‘23/‘24 nog mee mogen maken, maar het is klip en klaar dat als je nog geen 52 bent je niet hoort te overlijden. Spakenburg is een Blauwe supporter armer, de hemel een engel rijker. Rust zacht Arian, rust zacht.
Tijmen Beekhuis
Voetballandschap
‘Meneer, van welke club bent u’? Op het moment dat ik de Albert Heijn wilde binnenlopen hoorde ik deze vraag achter mij gesteld worden. Ik keek om en zag twee jochies van een jaar of 10. Ze keken mij nieuwsgierig aan. ‘Rood, denk ik’ zei het kereltje met het meeste zelfvertrouwen. Ik zei dat ik voor de Blauwen was maar ik merkte dat dit geen indruk op beide mannetjes maakte. Op mijn vraag of zij voor de Rooien waren, reageerde beiden vol trots: ‘nee, voor Diekie!’
In de maand juni zag je ze op verschillende plekken langs de hoofdwegen van ons dorp. Posters met de oproep: ‘kom voetballen bij de Blauwen’. Deze boodschap kwam je in die periode ook tegen in onze plaatselijke krant in de vorm van een paginagrote advertentie. De achterliggende gedachte achter deze mediacampagne is helder; onze club begroet maar al te graag nieuwe, jonge leden. Die nieuwe aanwas is belangrijk voor onze groei en continuïteit, zowel in sportief als organisatorisch opzicht. De Blauwe jeugdspelertjes van nu zijn de selectievoetballers van morgen en de horecavrijwilligers van overmorgen.
Qua momentum kan zo’n publiciteitscampagne niet beter want onze club staat er momenteel goed op. Na het inspirerende bekeravontuur in 2023 en het kampioenschap van 2024, ook nog eens een keer onder de technische leiding van twee geboren en getogen Spakenburgers, is onze club een zeer aantrekkelijke keuze. Die keuze is uiteraard niet van toepassing voor degenen die Blauw geboren worden. Maar er zijn voldoende kandidaat voetballertjes in ons dorp die het eerste levenslicht zien in een neutraal voetbalgezin. En juist op die voetballertjes, en uiteraard ook op hun ouders, is deze Blauwe boodschap gericht.
Want ja, er valt voor die gezinnen wat te kiezen. Jarenlang was het een tweekleurendilemma: rood of blauw. Maar het voetballandschap in ons dorp is veranderd. Er is een ‘new kid on the block’. Sinds hun oprichting in 1979 werd Eemdijk gezien als het sympathieke kleine broertje. Maar ‘Diekie’ is in
ruim 40 jaar gestaag gegroeid. Het kleine broertje is volwassen geworden en uitgegroeid tot een trotse 3e-Divisionist.
Door de nieuwe status van Eemdijk zijn de verhoudingen verschoven. Er is een nieuwe standaard ontstaan in ons voetbaldorp, een nieuw voetballandschap. Wat dit voor gevolgen heeft? Daar is niet zomaar een eenduidig antwoord op te geven. In ieder geval dwingt deze nieuwe werkelijkheid ons sowieso om de kernwaarden van ons eigen Spakenburg steeds maar weer uit te dragen. Dat deden we, dat doen we en dat moeten we blijven doen. Zodat onze Blauwe inborst, ‘samen werken, samen bouwen’, duidelijk is voor iedereen die bij onze club hoort. Of bij onze club wil gaan horen. Want die kernwaarden blijven altijd bestaan. Zoals nu, met het succes in de KNVB beker en de competitie. Maar ook later, als het weer eens een keer tegenzit. In zo’n periode kunnen we altijd weer terugvallen op een kernwaarde die in ons DNA zit: ‘vaak gebarsten, nooit gebroken’.
De twee jochies van ‘Diekie’ liepen in de supermarkt langs het schap met fruit. De kleinste van de twee vroeg aan zijn makker of hij wist wat het lievelingseten is van Wout Weghorst. Het vriendje antwoordde triomfantelijk ‘andijviestamppot met spekjes van z’n oma’! Op dat moment wist ik het zeker; aan deze twee mannetjes gaat Eemdijk nog heel veel plezier beleven.
Hille Beekhuis