Achter de reclameborden is een kroniek van niet alledaagse gebeurtenissen rondom het sportveld. Opmerkelijke en minder opmerkelijke zaken passeren hierin de revue.
Derby 1: UITVERKOCHT
Afgelopen weekend was hij er weer: De moeder der derby’s, Spakenburg-IJsselmeervogels, de Blauwen tegen de Rooien. Omdat de Vogels de afgelopen twee seizoenen in de Derde Divisie hebben gebivakkeerd en zodoende viermaal de mini-derby tegen Eemdijk hebben moeten spelen, stond de 88e officiële Spakenburgse Derby weer na 2,5 jaar op de rol. Dat er voldoende animo hiervoor zou zijn, was van tevoren een uitgemaakte zaak. Maar dat de wedstrijd twee dagen voor de aftrap officieel het predicaat uitverkocht kreeg, had ik eerlijk gezegd niet verwacht. Ik kan het mij überhaupt niet herinneren dat er ooit een competitiewedstrijd van Spakenburg officieel was uitverkocht.
Lang geleden, toen wij het oude, stenen kaartverkoophuisje bij de ingang nog hadden, stond daar standaard in een hoek een wit bord met een rode rand onder een dikke laag stof weg te roesten. Nooit heb ik dat bordje buiten zien staan om de rij mensen voor de ingang erop te attenderen dat er geen kaartje meer te verkrijgen was. Ik heb hier nu heel veel woorden voor nodig, maar op dat bordje, wat zaterdag dus node werd gemist, stonden maar drie letters: VOL.
Derby 2: ZEEUWSE KOSTER
Mede dankzij de niet-meer-drooglegging was er zaterdag een pre-party voor sponsoren in etablissement De Kajuit in hartje Spakenburg. Medeorganisatoren Wouter Koelewijn en Michiel Beukers leek het een goed idee om een oud-speler de aanwezigen te informeren omtrent de opstelling van de Blauwen en het te verwachten spelbeeld. Unaniem kwamen beide heren bij ondergetekende uit dus het was niet eens een verzoek maar een moetje. Enfin, het spreken ging op zich prima mede door de geweldige introductie van spreekstalmeester Sjaak Nel. Onder de sponsoren was ook een zakelijke relatie van de reeds eerdergenoemde Michiel Beukers te weten Harry Koster uit het Zeeuwse Vrouwenpolder.
Na de met 1-0 gewonnen wedstrijd stond Harry (die ik op dat moment dus totaal niet kende, maar hij mij wel vanwege bovenstaande intro) ineens voor mij: “Jij bent Tijmen Beekhuis, toch?” Hij stelde zich voor en gaf aan vroeger voor Serooskerke en Oostkapelle te hebben gespeeld. Met Serooskerke ook zelfs nog tegen Spakenburg: In Serooskerke werd het 1-0 en in Spakenburg 1-1. Maar waar hij mij vooral op aansprak, was deze rubriek die ik al een tijdje samen met maatje Hille schrijf. Niet de podcast Door De Blauwe Bril waar zo’n beetje iedereen ons over aanhield afgelopen zaterdag, maar nee, Affur du Ruclaomubordu. Hij is vaste lezer van de columns en hij complimenteerde ons met de verhalen. Onderhoudend, humorvol, maar bovenal, zeer herkenbaar. En vooral dat laatste vonden wij bijzonder. Blijkbaar is het niet eens zo uniek wat wij allemaal meemaken of waar wij allemaal over schrijven, maar is het blijkbaar wel een unicum dát het wordt opgeschreven. En hier doen wij het nou voor. Of je nou voor rood, groen of blauw bent, Tweede Divisie speelt of 3e Klasse of waar ook ter wereld woont, het delen van verhalen rondom onze zo geliefde voetbalsport is blijkbaar universeel.
Tijmen Beekhuis
Derby 3: RITUELEN
Derbydag. De uren voor de aftrap. De zenuwachtige uren. De trage uren. Sommigen gaan naar de sportschool om stoom af te blazen. Anderen springen op de mountainbike om het hoofd leeg te maken. Weer anderen doen, om de tijd te doden, allerlei onnodige klusjes in huis, tuin of schuur. Het zijn de zaterdagochtendrituelen van de derbydag. Noodzakelijke bezigheidstherapie voor onrustige voetbalzielen.
Onze keeperstrainer Remco van Lopik heeft op de derbydag ook zo’n ritueel. Dat vertelde hij mij zaterdagochtend toen hij bij mij, nog zo’n ritueel, aan de bar in de sporthal een koffie bestelde. ‘Bij een gewone wedstrijd ga ik altijd op de fiets naar het voetbalveld, maar niet op de dag van de dorpsderby’. Op mijn vraag hoe hij dan wel ging zei hij dat hij altijd lopend naar het voetbalveld gaat. Met de benenwagen naar sportpark De Westmaat. Het is een wandeling die zo ongeveer begint op het Kolkplein. Vervolgens loopt hij langs de Binnengracht via de Wilhelminastraat en Kerkstraat richting de markt op het Spuiplein om tenslotte via de Oude Schans ons sportpark te bereiken. Dat doet hij om sfeer te proeven. Om alle derbysignalen rustig in zich op te nemen. Zoals de jeugdige supporters, getooid in hun voetbalshirts. Zoals de visbakrook die langzaam uit achtertuintjes omhoog kringelt. Of zoals de opgetogen voetbaltoeristen die genieten van de lichtmasten van De Westmaat die subtiel zichtbaar zijn tussen de masten van de botters in de museumhaven. ‘Ik kom altijd wel weer thuis’ was het antwoord van Remco op mijn vraag hoe hij aan het einde van de dag terug zou gaan. Hij dronk met een grijns zijn bekertje koffie leeg en vertrok. Want er was werk aan de winkel.
Derbydag. De uren na het laatste fluitsignaal. De aangename uren. De trage uren. Meestal drink ik na afloop van een reguliere competitiewedstrijd nog een biertje met Remco. Over rituelen gesproken. Maar daar kwam het deze derbyavond helaas niet van. Te druk, te hectisch, te massaal. Ik ben hem ook niet tegengekomen toen ik langs de Binnengracht terug naar huis fietste. Jammer, want ik zou meteen zijn afgestapt om met hem mee te wandelen, fiets in de hand. Het zou een passend zaterdagavondritueel zijn geweest. Noodzakelijke overwinningstherapie voor euforische voetbalzielen.
Hille Beekhuis