Achter de reclameborden is een kroniek van niet alledaagse gebeurtenissen rondom het sportveld. Opmerkelijke en minder opmerkelijke zaken passeren hierin de revue.
Beker (1) Invalbeurt
Invallen is het moeilijkste wat er is. Want een invaller moet er meteen staan. Meteen mee in het ritme en de dynamiek van de wedstrijd. Als stormram, als breekijzer, als sta-in-de-weg of als extra slot op de deur. Om oorlog te maken in de 16 of, en dat is de meest ondankbare taak, in blessuretijd om extra tijdwinst te boeken. In de bekerwedstrijd waren we getuige van deze wissel op de valreep. Het werd een wissel waarin een nieuwe norm werd gezet.
Het scorebord gaf 90 minuten aan en een 2-1 tussenstand. Tim Brinkman stond klaar om in te vallen voor Hero van Lopik. Ik vroeg mij af hoe het voor een wisselspeler mogelijk is om nu nog iets toe te voegen. Want hoe lang zou de extra tijd zijn, drie minuten hooguit? Er kwamen 5 minuten bij toen ‘tijdwinstwissel’ Tim Brinkman het veld betrad.
Wat er daarna gebeurde was van een bijzondere klasse. Tim Brinkman had meteen de goede dynamiek en het juiste energieniveau te pakken. Hij voerde door middel van een sliding een perfecte interceptie uit. Hij zette een fraaie combinatie op waaruit een flinke kans ontstond. Hij gaf met de juiste timing en met het juiste gevoel voor ruimte positioneel druk zodat TEC niet voorwaarts kon voetballen. Bovendien leek het wel of hij overal op het veld te vinden was. Met gedoseerde felheid, met slimme keuzes in passing en positie en met een onverzettelijkheid die als doping werkte voor teamgenoten en toeschouwers. Inmiddels waren de 5 minuten al verstreken maar scheidsrechter Vos voegde nog eens 2 minuten toe aan de zenuwslopende eindfase. Want zenuwslopend was het voor alle Blauwen. Met uitzondering van één persoon: de blonde last-minute invaller was de rust zelve.
Na het laatste fluitsignaal was de opluchting bij alle Blauwen voelbaar. En de blijdschap want Spakenburg bekert verder. Ik keek naar Tim Brinkman. Hij was de laatste 7 minuten van deze wedstrijd veruit de beste man van het veld geweest. Met een mengeling van verbetenheid en blijdschap liep hij driftig het veld af. De opgepompte adrenaline had z’n lichaam nog niet verlaten.
Beker (2) Prachtplaat
De rij voor de kassa was lang. Allemaal Blauwe supporters die een kaartje willen kopen voor de bekerwedstrijdtegen tegen TEC. Er zat geen beweging in de rij en ik begon mij al zorgen te maken of ik de aftrap wel zou halen. Er stond een wat oudere man in een blauwe jas voor mij rustig te wachten. Een vriendelijk voorkomen met grijze lokken, kalend voorhoofd en niet al te lang. Ik heb hem wel eens vaker gezien op ons sportpark maar ik ken hem niet. Ik zag dat hij veel geduldiger was dan ik. Ik hield het op levenservaring.
Op dat moment kwam er beweging in de rij omdat Ranoy de Graaf begon met het aanbieden van entreekaarten speciaal voor contant betalers. Goed geanticipeerd want daardoor ging alles opeens aanzienlijk sneller en dunde de rij snel uit. De man in de blauwe jas betaalde contant. Hij had een verfrommeld vijfje al in z’n hand. Zoals het hoort. Ik keek met enig zelfverwijt naar de soepele betaling en sloot aan in de langzame rij voor pinbetalers.
Een paar dagen las ik op onze site het wedstrijdverslag van de bekerwedstrijd tegen TEC. Van lezen kwam niet veel terecht want elke keer gleed mijn oog weer naar de foto die geplaatst is bij het wedstrijdverslag van het heerlijke bekerpotje tegen TEC. Het moment dat deze foto is genomen is niet zo moeilijk te achterhalen. Het middelpunt van de feestvreugde is Koos Werkman. De sympathieke aanvoerder heeft maar weer eens een corner met het hoofd gepromoveerd tot doelpunt en wordt enkele seconden na dat moment gefeliciteerd door z’n teamgenoten. Uiterst links is Masies Artien te herkennen. Hij lacht, met dat langs strakke lijnen gebeeldhouwde hoofd, z’n indrukwekkende gebit bloot. Hij omarmt een niet zichtbare speler naast hem en dat zou gezien z’n lengte zomaar Wimilio Vink kunnen zijn. Naast de half zichtbare Koos Werkman staat Nick Verhagen. Het rossige loopwonder uit Woerden kijkt naar rechts, waarschijnlijk naar de schaduwschutter die onderweg is om te delen in de feestvreugde. Ook Hero van Lopik maakt zich al wat los van de kluwen spelers en zoekt naar de man die de corners neemt: Vince Gino Dekker. Daar is Vincent Volkert nog niet aan toe.
Bij nadere bestudering van de foto zie ik tussen de hoofden van Nick en Vincent nog een gezicht. Met boven de wijd open gesperde mond een snor. Ik ken geen Blauwe snordragende speler dus dit moet een toeschouwer zijn. Maar wie? Ik zie wel wat overeenkomsten met Jaap Koelewijn, secretaris van onze supportersvereniging, maar zeker weten doe ik het niet.
Links achter de reclameborden staan Aart Koelewijn en Bram Hopman. Dit onafscheidelijke Blauwe supportersduo applaudisseert beschaafd. Bij Bram is een tevreden glimlach zichtbaar. Rechts van het groepje spelers staan Adriaan en Aletta Hopman. Adriaan is inmiddels ook op zoek naar ‘VGD’. Aletta niet. Ze kijkt nog steeds met een grote glimlach naar het vrolijke juichtafereel.
Naast Aletta staat de man die deze foto zo interessant en aantrekkelijk maakt. Een man met grijze lokken en een kalend voorhoofd, in een blauwe jas. Hij heeft z’n handen voor z’n gezicht. Het is een geweldig contrast met de andere afgebeelde personen. Het geeft deze foto een onverwachte en verrassende wending. En daardoor blijft het beeld trekken. Telkens weer. Want je blijft je afvragen waarom hij dit doet. Waarom houdt hij z’n handen voor z’n gezicht. Of moet ik zeggen, voor z’n ogen? Doet hij dat uit ongeloof? Uit emotie? Zijn het vreugdetranen die hij toedekt? Is het een reflex van puur geluk? Is dit zijn manier van juichen? Of is er iets heel anders aan de hand?
Ik weet het niet. En, heel eerlijk, ik wil het ook niet weten. Want bij het antwoord verdwijnt de mystiek en betovering van deze prachtplaat. Daarom hou ik het maar op de conclusie die ik in de rij bij de kassa al trok. Een conclusie die alle opties open houdt. Het is ervaring. Levenservaring van een Blauwe.
Hille Beekhuis