Skip to main content

Achter de reclameborden is een kroniek van niet alledaagse gebeurtenissen rondom het sportveld. Opmerkelijke en minder opmerkelijke zaken passeren hierin de revue.

Record

Ons Blauwe sportpark maakt onderdeel uit van een bijzonder record. Dat record is gevestigd in 2017, medio februari. De persoon die deze prestatie heeft geleverd is Hans Douw. Halverwege de jaren zeventig werd de inwoner van het Zuid-Hollandse dorp Voorschoten, destijds een tiener, verliefd op de voetbalsport. Hij raakte in de ban van stadions en reisde de hele wereld over om clubs te bezoeken. Dat leverde hem de titel ‘Groundhopper des Vaderlands’ op.

Hans, en ik citeer de omslag van het boek over zijn stadionavonturen, ‘zag duizenden duels in negentig landen op vijf continenten. Hij bezocht intense stadsderby’s en stond op de middenstip van het meest noordelijke stadion van Europa’. In dit boek, dit voorjaar uitgegeven onder de titel ‘Voetballiefde Zonder Grenzen’, beschrijft hij in het hoofdstuk ‘ik zou weleens’ zijn wens om zoveel mogelijk wedstrijden in een weekend te bekijken. Op zoveel mogelijk verschillende locaties. Vervolgens heeft hij de daad bij het woord gevoegd met als resultaat dat hij maar liefst 10 volledige wedstrijden heeft bekeken op 10 verschillende voetbalvelden in één voetbalweekend. Een absoluut record.

De Groundhopper des Vaderlands begon op vrijdagavond 17 februari 2017 met een wedstrijd in Groesbeek tussen Achilles’20 en Jong Ajax. Een dag later stond hij om 11 uur langs de lijn bij de wedstrijd Berkum 2 tegen Go Ahead Kampen 2. Daarna reed hij door naar Sportpark De Strokel in Harderwijk voor de wedstrijd VVOG tegen Jong FC Groningen, aftrap 14.30 uur. Na een bloedeloze 0-0 ging het richting Spakenburg. Citaat: ‘Ik vervolgde mijn weg langs het IJsselmeer op weg naar het iconische voetbalbolwerk Spakenburg. Aan de blauwe zijde van de Westmaat was VVSB om 18 uur te gast’. Hans zag deze avondwedstrijd in 1-1 eindigen, samen met 1.200 andere toeschouwers. Voor Spakenburg scoorde de veel te vroeg overleden Kelvin Maynard. Daarna was de koek nog niet op want Hans Douw reed door naar de Galgenwaard voor de wedstrijd van FC Utrecht tegen PEC Zwolle. Op zondag 19 februari moest de recordjager vroeg uit de veren. ’s Ochtends om 10 uur stond hij langs de lijn bij de Tilburgse derby Reeshof 7 tegen Sarto 14. Vervolgens was hij in de vroege middag aanwezig bij Willem II tegen AZ en aan het eind van de middag bij ADO Den Haag – Feijenoord. Op maandag sloot hij zijn marathon af met de middagwedstrijd Roda JC 2 – Feijenoord 2 in Kerkrade en de avondwedstrijd Jong PSV tegen NAC in Eindhoven. En daarmee werd een bijzonder en uniek record gevestigd. Een record waar ons Blauwe sportpark onderdeel van is. Het voelt in dit jubileumjaar als een onverwachte toegift.

Felicitatie

En daar stond hij dan. Blauwe trui, handen in de zakken, vriendelijke oogopslag, dito glimlach. Ja, hij zag er ontspannen uit. Klaar voor zijn jubileumboodschap.

De felicitatiefilmpjes die zijn verspreid via de Blauwe sociale media heb ik met veel plezier bekeken. Echt leuk om spelers te horen en te zien die, soms in een wat verder verleden, actief waren in onze Blauwe hoofdmacht. De boodschap van de felicitatie verschilt onderling niet zoveel. De locatie waar de hoofdrolspelers hun filmpje hebben opgenomen des te meer. Ruben Wilson op de slaapkamer van zijn zoontje, Bert Koops op de camping in Frankrijk, Thijs Houwing in zijn achtertuin, Paul Lieftink in de auto met zonnedak, Salim Amerzgiou hoog op het balkon van z’n vakantieappartement en Kees Pier Tol thuis op de bank, samen met z’n hond.

Het felicitatiefilmpje waarover ik getwijfeld heb of ik deze wel moest bekijken was die van de linksbuiten van het kampioenselftal van het seizoen 1973/1974. De voetballer met die bijzondere naam, destijds volledig afwijkend van de Spakenburgse standaard. De kwikzilverachtige buitenspeler die onze topspits Rikkert Beukers voorzag van bruikbare voorzetten. De man die na slechts één jaar Spakenburg, een kampioensjaar nog wel, moest stoppen met voetbal vanwege een slepende knieblessure. Helaas heb ik hem, de enige importspeler in een elftal van locals, nooit zien voetballen. Ik was een jochie van 7 toen hij in de Eerste Klasse B elke rechtsback in de luren legde. Een paar jaar later pas werd ik mij van zijn bestaan bewust, starend naar de kampioensfoto van 1974. Wellicht is dat de reden dat hij voor mij al snel de heldenstatus kreeg. Er was geen concurrentie van een actieve herinnering. Geen bewegend beeld dat mijn ideaalbeeld kon aantasten. Er was alleen die korzelige krantenfoto, aangevuld met de verhalen over die ongrijpbare flankaanvaller van Spakenburg. Tenslotte was er ook nog die sportieve Blauwe droogte van eind jaren ’70, begin jaren ’80. Het uitblijven van succes waardoor het kampioenschap van 1974 elk seizoen meer lading kreeg. Dat allemaal, in combinatie met die naam van een stripheld, maakte hem voor mij een icoon. En wat doe je met een icoon? Een icoon koester je. Een icoon plaats je op een voetstuk. Onbereikbaar voor anderen. Maar vooral onbereikbaar voor jezelf. Zodat het gedachtengoed, de nalatenschap van het icoon, in stand blijft. Daarom heb ik lang getwijfeld of ik het filmpje wel moest bekijken. Maar natuurlijk kon ik de verleiding niet weerstaan. Ik heb er geen spijt van gekregen.

En daar stond hij dan. Hij zal zo rond de 70 zijn maar dat was hem niet aan te zien. Fit, energiek, pretoogjes. Hij begreep dat vele Blauwen hem niet zouden herkennen. En daarom stelde hij zich eerst voor. Een heldere stem, voor mij een echo uit het verleden en een tot leven gebrachte krantenfoto, sprak de woorden: ‘Ik ben ex-speler van het eerste elftal van S.V. Spakenburg. Kampioen geworden in het jaar 1974. Ik ben Balt Gmelig’.

Hille Beekhuis