Achter de reclameborden is een kroniek van niet alledaagse gebeurtenissen rondom het sportveld. Opmerkelijke en minder opmerkelijke zaken passeren hierin de revue.
Twee spandoeken die niets aan duidelijkheid overlieten hingen aan onze tribune. Op het ene spandoek stond ‘het einde is nabij’. Op het andere dundoek was een verwijzing naar de ingang van de 3e divisie zichtbaar door middel van een pijl die overduidelijk richting de Rode zijde van de Westmaat wees. En daar bleef het niet bij. Naarmate de p/d-wedstrijd van onze buren tegen Hercules vorderde, waaiden er steeds meer klanken uit de Begrafenis Top 10 over het dak van onze kantine richting de Rode zijde van de Westmaat. Alles kwam voorbij: van ‘time to say goodbye’ van Andrea Bocelli’ tot ‘we’ll meet again ’van Vera Lynn. En toen na het laatste fluitsignaal IJsselmeervogels definitief was gedegradeerd werd er vuurwerk afgestoken. Blauw vuurwerk. Oorverdovend vuurwerk. Nee, erg subtiel was het allemaal niet. Het was vooral hard, rauw en meedogenloos.
Ik bekeek en beluisterde het allemaal vanaf het zogenaamde ‘Blauwe Diekie’, de staantribune bij IJsselmeervogels waar vele supporters van onze club de wedstrijden van IJsselmeervogels bekijken.
Waarom ik daar stond? Ik weet uit ervaring hoe het gaat als onze buurman kampioen wordt. Ik heb het al vaak genoeg meegemaakt. De winnaar is euforisch, trots en, zo lijkt het, alom vertegenwoordigd. Wij Blauwen zorgen dat we op dat soort momenten onzichtbaar zijn. We incasseren en hopen op betere tijden. Hetzelfde is er aan de hand indien wij een keer de kampioensvlag hijsen. Iedereen mag het weten. Sterker nog, moet het weten. Het zijn de bekende reflexen die ontstaan bij een kampioenschap. We hebben er allemaal ervaring mee. Deze reflexen hebben ons gevormd. Het is er mede de oorzaak van dat we altijd maar weer beter willen zijn dan de buren. En vice versa uiteraard.
Maar wat gebeurt er als één van beide clubs onder de fatale streep eindigt? Hoe ziet de wereld van Rood en Blauw er dan uit? Ik wilde antwoord op die vraag. En daarom stond ik op het ‘Blauwe Diekie’. Want ik wilde aanwezig zijn om voetbalgeschiedenis te aanschouwen. Om de voetbalcultuur van Bunschoten-Spakenburg in elke vezel van mijn lichaam te voelen. Maar vooral ook om de unieke dynamiek van ons voetbalgekke dorp te ondergaan bij een zeer uitzonderlijk voorval: degradatie van de Rooien.
In 2016 ontstond deze vrij exclusieve dynamiek voor het eerst. Het werd in dat jaar duidelijk dat IJsselmeervogels zich niet zou plaatsen voor de nieuw te vormen Tweede Divisie. En dat betekende dat de Vogels voor het eerst niet actief zouden zijn op het allerhoogste amateurniveau. En dat hebben wij Blauwen ze laten weten. Vooral tijdens de derby op ons hoofdveld. Het begrip ‘naswas’ werd geïntroduceerd en om dat nog eens te accentueren werd een groot zwart doek over de gehele breedte van het veld gespannen. De boodschap was duidelijk: ‘wij gaan verder in de Tweede Divisie, jullie doen niet meer mee’. Het was een flinke plaagstoot. Origineel en spitsvondig. De spijker op z’n kop.
Maar een jaar later kregen we de boemerang die wij geworpen hadden keihard terug. IJsselmeervogels was kampioen geworden en terug bij de elite van het amateurvoetbal. Maar wij Blauwen waren, na een regelrecht rampseizoen, verwikkeld in een hevige degradatiestrijd. Uiteindelijk vlogen we eruit. Rijnsburgse Boys draaide ons in een zenuwslopend p/d-tweeluik de nek om. Spakenburg was gedegradeerd. Het duurde niet lang, misschien een halfuurtje na het laatste fluitsignaal, of de overbekende melodie van Queen met de tekst ‘no time for losers cause we are the champions’ rolde als een koude golf vanaf de Rode zijde van de Westmaat over ons, treurende supporters, heen. De boemerang had z’n weg terug gevonden. En hoe. Wij Blauwen kregen het projectiel recht in ons gezicht. Er zat niets anders op dan ons verlies te incasseren. Wie geschoren wordt moet stil blijven zitten.
We zijn 6 jaar verder. Wij hebben de boemerang weer de lucht in geslingerd. Met nog veel meer venijn dan in 2016. Omdat we momenteel aan de goede kant van de sportgeschiedenis staan. Maar sportgeschiedenis is geduldig en komt altijd weer z’n gelijk halen. En kijkt daarbij niet op een jaartje meer of minder.
Aan ons allemaal om dat geduld niet op de proef te stellen. Daarom zullen we elk seizoen, nee elke wedstrijd, als een blok achter ons team moeten staan. Zonder te verslappen. Omdat we weten dat daar ergens, hoog boven ons, iets zweeft. Hard, rauw en meedogenloos.
Momenteel zijn de voorbereidingen voor de nieuwe Presentatiegids in volle gang. Deze gids heeft als thema Puur Spakenburgs. Om invulling te geven aan dat thema had ik een interview met Nico Kroonenberg, Luc Ruizendaal en Peter van de Groep. Eigen jongens die deel uitmaken van de A-selectie. Tijdens dat interview vertelden de drie heren o.a. over hun eerste jaren bij onze club. Maar ook over hun belevenissen tijdens de legendarische bekerwedstrijden in Groningen en Utrecht.
Op de Open Dag van zaterdag 12 augustus wordt de Presentatiegids uitgereikt. Een mooi moment om naar uit te kijken. Maar eerst een paar weken zonder voetbal. Een prima gelegenheid om nog eens te dromen over de bekerwedstrijden in Groningen en Utrecht.
Hille Beekhuis
Momenteel zijn de voorbereidingen voor de nieuwe Presentatiegids in volle gang. Deze gids heeft als thema Puur Spakenburgs. Om invulling te geven aan dat thema had ik voor de rubriek Aoru Tieju (Andere Tijden) een interview met Lambert Zijl, Roderik de Harder en Emiel Koops. Eigen jongens die deel uitmaakten van de A-selectie in de periode 2001 tot en met 2008. Tijdens dat interview vertelden de drie heren o.a. over hun eerste jaren bij onze club. Maar ook over hun belevenissen tijdens de gespeelde derby’s, de algehele zaterdagtitel voor reserve-elftallen (het 2e) en het kampioenschap van 2008. Op de Open Dag van zaterdag 12 augustus wordt de Presentatiegids uitgereikt. Een mooi moment om naar uit te kijken. Maar eerst een paar weken zonder voetbal. Een prima gelegenheid om nog eens te dromen over gewonnen derby’s en aanstaande kampioenschappen.
Tijmen Beekhuis