Skip to main content

Een aloud gezegde

Vorige week beleefde ik een week van uitersten. Jong-Volendam wist in de 88e minuut alsnog de gelijkmaker te produceren en beroofden ons op die manier van de eerste seizoenzege. De dinsdag daaropvolgend was er een oefenwedstrijd gepland waarin 4 proefspelers het podium kregen om zichzelf te etaleren. Die bewuste avond goot het van de regen en waaiden de vouwen uit je broekspijpen. Het was het decor dat een beetje paste bij de gemoedstoestand van de bovengemiddelde Spakenburg supporter, in ieder geval wel die van mij: nog geen enkele overwinning in de Tweede Divisie, technisch stuurloos door het tussentijds opstappen van Martijn Koelewijn, de 4 proefspelers die op mij geen verpletterende indruk achterlieten, het dak van de tribune dat hier en daar wat regen doorliet en dan laat ik het dak van de sporthal maar even buiten beschouwing….

Maar nog geen twee dagen later kwam het nieuws naar buiten dat de TC per direct versterkt werd met maar liefst 5 oer-Blauwen. Jongens, mannen die ballen tonen door in een buitengewoon lastige fase in de club te stappen. Richard Hop, Izaak Veerman, Hugo Bol, Niek van Twillert en Tybald de Harder zijn de personen waarover ik het heb. Prompt werd er afgelopen zaterdag op VV Noordwijk de eerste, broodnodige overwinning geboekt maar het gaat natuurlijk veel te ver om dat succesje aan dit vijftal toe te dichten. In ieder geval schoten mij wel een drietal, aloude gezegdes te binnen die vochten om voorrang: Aan de rand van de afgrond groeien de mooiste bloemen; De nacht is op zijn donkerst, pal voor zonsopkomst; Vaak gebarsten, nooit gebroken. Aan u de keus.

Tijmen Beekhuis

Dorpsderby (1): voetstuk

’je kunt hier nooit eens even rustig op een voetstuk staan
je staat net lekker op je sokkel of daar komt het volk al aan
zwaaiend met zeisen, bijlen, roepend; wat doe jij daar bovenaan
je kunt hier nooit eens even rustig op een voetstuk staan

Dit zijn de eerste vier regels uit het nummer Voetstuk Staan van Acda & de Munnik. De tekst van dit woedende lied schiet steeds weer door m’n hoofd als ik, voornamelijk op de sociale media, reacties lees over de prestaties van ons eerste elftal in het algemeen en onze trainer in het bijzonder.

’je vindt ‘t juiste medicijn, men roept, geweldig, goed gedaan
maar waren wij niet eerst heel ziek, was jij nooit echt op zoek gegaan
je kunt hier nooit eens even rustig op een voetstuk staan

John de Wolf nam de klus op zich om Spakenburg na de rampzalige degradatie in 2017 direct terug te loodsen naar de 2e Divisie. En dat lukte. Spakenburg werd kampioen en promoveerde vanuit de 3e Divisie weer naar het hoogste amateurpodium. Missie geslaagd.

’je scoort 2 -1 in de finale, men wijst een mooie sokkel aan
je staat er net of iemand vraagt; hoe is je huwelijk misgegaan
je kunt hier nooit eens even rustig op een voetstuk staan

Tweede klus. Wegblijven bij de onderste plaatsen en eindigen in het linker rijtje. Ook dat lukte. Vrij eenvoudig zelfs. Omdat de prestaties zo stabiel waren werd het contract van de trainer in de winter van dat 2e seizoen met een jaar verlengd. Ook het geraamte van het team bleef intact. Dat kon ook bijna niet anders want John de Wolf had met zijn staf en team in anderhalf seizoen 100 punten bij elkaar gevoetbald. Een indrukwekkend aantal

’je was de eerste op de maan, je komt er zelfs net vandaan,
dan zegt er steevast wel een kneuter; hij kan de fles niet laten staan
je kunt hier nooit eens even rustig op een voetstuk staan

Het voetbal daarentegen was vaak niet goed. Het was stroperig. Het was vreugdeloos. Het was onaantrekkelijk. Daarom werd er voor dit seizoen vooral ingekocht op techniek. Op voetballend vermogen. Spakenburg moest dwingender gaan spelen. Sprankelender vooral. En, er moest gestreden worden om de bovenste plaatsen. John de Wolf liet zich vlak voor aanvang van dit seizoen verleiden tot de uitspraak dat dit een zeer realistische doelstelling was.

’er is maar één ding mooier dan een held,
er is maar één ding mooier dan een held, en da’s de mooie held geveld

De realiteit is weerbarstiger. Een combinatie van vormverlies, blessures en botte pech heeft ervoor gezorgd dat er na zeven wedstrijden met moeizaam voetbal slechts zes punten bij elkaar gesprokkeld zijn. Aan John de Wolf en z’n team de taak om het tij te keren. En als het effe kan per direct want de dorpsderby staat voor de deur. Bij uitstek een wedstrijd om vanuit het niets een ommekeer te realiseren.

’het toffe van zo’n voetstuk, mocht je er ooit eens op gaan staan
men zaagt toch wel aan je poten, hoopt dat je het toch weer gaat verkloten
het toffe van zo’n voetstuk, mocht je er ooit eens op gaan staan
je ziet je vijand veel beter komen hier, dan daar bij jullie onderaan

Jaja, Acda & de Munnik laten er in dit ongenadig cynische lied geen gras over groeien. Er wordt gehakt gemaakt van mensen die de bizarre reflex vertonen om personen die maar even hun hoofd boven het maaiveld uitsteken bikkelhard onderuit te halen.

Alleen daarom al hoop ik dat we winnen van IJsselmeervogels. Omdat de Blauwe selectie dan door Jan en alleman ongegeneerd op een spreekwoordelijke sokkel wordt getild. Van harte gun ik spelers en trainer het louterende uitzicht vanaf dat voetstuk.

Dorpsderby (2): overkill

De dorpsderby is voor mij, en velen met mij, het hoogtepunt van het voetbalseizoen. Het is de beste versie van ons dorp, de receptie van de 2e Divisie, een Spakenburgse reünie en voor menig voetballiefhebber een wenswedstrijd om te bezoeken.
Maar toch zijn er ook plaatsgenoten die de dorpsderby als overkill ervaren. ‘Prima dat deze wedstrijd wordt gespeeld, maar niet elk jaar’, zo beredeneert men.

Om deze opmerking in het juiste perspectief te plaatsen is het goed om het verhaal te kennen van de zogenaamde ‘kleinste voetbalcompetitie ter wereld’. Deze competitie wordt vanaf 1980 gespeeld op de Scilly-eilanden, een reeks bewoonde en onbewoonde eilanden ten zuidwesten van het Britse Cornwall. De door de grote Engelse broer, ’The FA’, erkende league kent maar 2 teams.
De in het rood spelende ‘Garrison Gunners’ en de blauwe ‘Woolpack Wanderers’ treffen elkaar ieder weekend, en dit voor 16 opeenvolgende weken. Bovendien is er ook nog eens een dubbel bekertoernooi. En om het nog specialer te maken; er is slechts één voetbalveld beschikbaar op de Scilly-eilanden. Al bijna 40 jaar wordt deze derby tussen rood en blauw gespeeld, zo’n 20 keer per seizoen. Een jaartje overslaan? Daar doen ze niet aan op de Scilly-eilanden. Van derbymoeheid is geen sprake.

Waarvan akte

Hille Beekhuis

Leave a Reply

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.