Skip to main content

Hoofdtrainer Patrick Loenen heeft aan de technische commissie van SV Spakenburg kenbaar gemaakt dat hij na dit seizoen stopt bij de Blauwen. De 48-jarige Utrechter – bezig aan zijn eerste seizoen bij SV Spakenburg – stelt dat het geen gemakkelijke beslissing is geweest. “Ik heb mezelf de vraag gesteld of ik voor de langere termijn de juiste man ben voor SV Spakenburg. Daarover twijfel ik te veel. En bij twijfel moet je het niet doen.”

Bij het tekenen van zijn contract bij SV Spakenburg sprak Patrick Loenen de ambitie uit “om succesvol te zijn op het hoogste amateurniveau, bij de mooiste amateurclub van Nederland”. En dat staat wat de hoofdtrainer betreft nog steeds overeind, na zijn bekendmaking om de Blauwe zijde van de Westmaat na één seizoen te verlaten. “SV Spakenburg is en blijft een fantastische club. En ik blijf al mijn ziel en zaligheid in de club steken om het succesvol af te ronden”, is Patrick duidelijk. “En na deze beslissing ben ik daar nog meer op gebrand.”

Het heeft zijn keuze om de Blauwen te verlaten ook bemoeilijkt, geeft hij toe. “Ik werk fantastisch samen met de technische commissie, zowel op vakinhoudelijk als persoonlijk vlak. En de intentie is ook geweest om voor een langere periode samen te werken.” De afgelopen weken heeft Patrick zichzelf daarbij afgevraagd of een langere samenwerking bij hem en de club past. “En daarbij ben ik zelf tot de conclusie gekomen dat dit niet zo is. Dat heb ik bij de technische commissie aangegeven, zodat ook zij snel kunnen voorsorteren op volgend seizoen.”

De technische commissie van SV Spakenburg vindt het jammer dat Patrick Loenen deze beslissing heeft genomen. “Zoals Patrick zelf aan geeft, is de intentie uitgesproken om voor langere tijd met elkaar samen te werken. We hebben met Patrick bewust gekozen voor een trainer die de ruimte zou krijgen om een nieuw systeem te ontwikkelen. Dat hij nu na vier maanden tot de conclusie komt om de samenwerking na één seizoen te beëindigen, is dan ook spijtig. Zeker in het licht dat we als technische commissie het gevoel hebben dat hij de spelersgroep verder kan brengen in de sportieve ontwikkeling.”