BLESSURETIJD
De term blessuretijd is wekelijks voer voor discussie. Zes minuten is voor de één veel te veel en voor de ander juist te weinig. Maar hoe lekker is het om in die extra gegeven tijd nog eens toe te slaan?
Vrijdag 11 maart jl. bezocht ik Tranmere Rovers-Mansfield Town, op het laagste profnivo in Engeland. Prenton Park, de thuishaven van Tranmere, spelend in de stad Birkenhead dat bijna bij Liverpool hoort maar dat slechts door rivier de Mersey wordt gescheiden, is een heerlijk stadion met 4 verschillende en asymmetrische tribunes maar bovenal met een geweldige akoestiek. Stiekem hoopte ik dat de uitploeg zou scoren want zij waren afgereisd met zeker een mannetje of 500 en die lieten zich gedurende de wedstrijd goed horen. Ik werd tot twee keer toe op mijn wenken bediend want Mansfield scoorde zowel in de blessuretijd van de eerste als tweede helft respectievelijk de 1-1 als de 2-2. Ik was dus getuige van een twee keer ontploffend uitvak maar het was niet genoeg voor een punt want in de allerlaatste seconde scoorde Tranmere de winnende. Was de akoestiek al geweldig voor die 500 uitsupporters, dat werd natuurlijk flink overtroffen door de pakweg 10.000 thuis supporters die bij de 3-2 compleet maar dan ook echt compleet uit hun dak gingen.
Zaterdag in Noordwijk voltrok zich een ander maar wel vergelijkbaar scenario voor. Spakenburg wist in de allerlaatste minuut van de blessuretijd alsnog de winnende 2-3 te produceren. Opvallend genoeg werd deze goal enkele minuten daarvoor al aangekondigd door orakel Kees Duijst: “Let maar op, Spakenburg scoort in de allerlaatste minuut” riep hij primair met de hoop tegen beter weten in, maar het gebeurde. Een uitvak was er niet maar de term ontploffende reservebank is na zaterdag geboren.
Stralend middelpunt van die ontploffende reservebank was Theo Hartog, huisfotograaf van Spakenburg en daarnaast nog meer functies bekledend. Ironisch genoeg leeft ook hij inmiddels in blessuretijd want pal voor de winterstop is er bij hem een uitgezaaide slokdarmkanker geconstateerd waardoor behandeling op herstel helaas niet meer mogelijk is. Dit was voor de selectie van Spakenburg de reden om Theo nog eenmaal flink in het zonnetje te zetten en hem een onvergetelijke dag te bezorgen. Dat is in alle opzichten gelukt want Theo genoot zichtbaar van de eerste tot de laatste minuut en stond maar liefst driemaal met de spelers om hem heen om de even zoveel gescoorde doelpunten te vieren. Met die laatste goal in een wel heel confronterend spectrum: daar waar ploegen in blessuretijd die reddingsboei alsnog weten te vinden, zit die er voor Theo spijtig genoeg niet in.
Blessuretijd, voor de één is het veel te lang en voor de ander juist veel te kort. Denk daar maar eens goed over na.
Dank Spakenburg voor deze geweldige middag. Dank Theo, Blauwe topper, voor alles wat je voor onze club hebt gedaan en betekend.
Tijmen Beekhuis